Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Juncus

betekenis & definitie

plantengeslacht uit de familieJuncaceae, met ruim 200 soorten taaie, op grassen lijkende, overblijvende planten, die vooral in de koude (gematigde) zone op schrale, zure moerassige bodems te vinden zijn. De bloeiwijze, die bij sommige soorten zijdelings nabij de top van de ronde, stijve, rechtopstaande stengel schijnt geplaatst te zijn, is eigenlijk eindstandig, maar is opzij gedrukt door het rechtopstaande, stijve schutblad, dat op een spitse stengeltop lijkt.

Enige soorten hebben economische betekenis door de toepassing voor allerlei vlechtwerk (matten). Juncus squarrosus, trekrus, is plaatselijk soms van enige betekenis als schapevoer. Inheems is in zoute strandweiden zeerus, J. maritimus, of (ook in vochtige duinen), J. arcticus (ondersoort balticus). Zeer algemeen zijn op vochtige plaatsen J.bufonius, greppelrus, en J. effusus, pitrus; voorts nog zeker een twaalftal andere soorten, die lokaal meer of minder algemeen zijn in de Benelux.

< >