m. (-en),
1. het invoeren: de — van die artikelen is verboden;
2. ingevoerde goederen (e): de bedroeg 10000 t;
3. (ook: input), de bewerking die plaats moet vinden om gegevens in een computersysteem binnen te laten komen (e); ook de verzameling gegevens zelf.
(E) COMPUTERTECHNIEK. De gegevens bij invoer kunnen vele verschijningsvormen hebben, b.v. gedrukte, getypte of geschreven letters of tekens, gesproken woord, signalen van meetinstrumenten. In het algemeen moet een omzetting plaatsvinden naar elektrische signalen, doordat de gegevens pas in deze vorm geschikt zijn om door de computer overgenomen te worden. Men noemt dit coderen (→code).
ECONOMIE. Invoer betreft die goederen (en diensten) uit het buitenland die men in het geheel niet zelf kan produceren, of die waarbij de eigen produktie relatief ongunstiger is dan de buitenlandse.