Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

interventie

betekenis & definitie

[→Lat. intervenire, tussenbeide komen], v. (-s), tussenkomst, m.n. het zonder rechtsgrond ingrijpen door een staat of groep van staten in de binnenlandse en/of buitenlandse aangelegenheden van een andere staat.

(e) In beginsel is interventie verboden door het internationale recht. Zo heeft de Algemene Vergadering van de VN in haar resolutie 2131 van 21.12. 1965 een verklaring aanvaard, waarin o.a. interventie, direct of indirect, om welke reden dan ook, in de interne of externe aangelegenheden van enige staat wordt verboden. De leden van de VN hebben echter het recht collectief te interveniëren indien de gedragingen van een of meer staten een bedreiging vormen van de internationale vrede en veiligheid (collectieve interventie). Los daarvan bestaan een aantal rechtvaardigingsgronden voor interventie, zoals represaille, zelfverdediging, bescherming van eigen onderdanen. De grote moeilijkheid is vast te stellen of een rechtvaardigingsgrond in het betrokken geval inderdaad aanwezig is en of van deze rechtvaardigingsgronden geen misbruik wordt gemaakt. Bovendien worden ook wel rechtvaardigingsgronden aangevoerd die niet algemeen als zodanig worden erkend, zoals de humanitaire interventie ter bescherming van personen of groepen tegen onderdrukking of groot gevaar.

Af gezien van de rechtvaardiging van interventie is het veelal moeilijk, zo niet onmogelijk, de grens te trekken tussen (verboden) interventie en (niet verboden) beïnvloeding van de ene staat door de andere. Deze moeilijkheid doet zich vooral voor bij politieke en economische interventie, in tegenstelling tot militaire, waar de grens gewoonlijk duidelijker is. LITT. A.van Wijnen-Thomas en A.J.Thomas jr., Non-intervention (1952); I.Fabela, Intervention (1961); R.Fisher e.a., Essays on intervention(1964); L.G.M.Jaquet (red.), Intervention in intern. politics(1971).

< >