o. (g. mv.),
1. gemaaid en op het land gedroogd gras (of een ander groenvoedergewas) (e): het — aan oppers zetten, op stapels; het binnenhalen, mennen, van het land in de schuur brengen; vooren nagrashooi, hooi van de eerste en van de tweede snee; (overdr.) te en te gras, zelden, op ongeregelde tijden; haastig, slordig; te veel opzijn vork nemen, meer willen doen, ondernemen, dan zijn krachten toelaten; hij is aan het — dorsen, voert niets van belang uit, slaat de tijd dood; (spr.) trouwen in het — is mooi, maar trouwen in de kerk is eeuwig werk; in het — slapen, in de hooiberg; het — is op en de koe is dood, er is niets meer te halen, (ook) het is uit; een naald, speld in een voer zoeken, een onbegonnen werk ondernemen;
2. (scherts.) —, stro, rechts, links.
(e) Hooi is gedroogd groenvoeder afkomstig van gras en vlinderbloemigen. Als belangrijkste hooisoorten moeten worden genoemd grashooi, klaverhooi en luzernehooi. Grashooi is veruit het belangrijkst. Men kan het hooi ook onderscheiden naar de methode van drogen: opperhooi, ruiterhooi en ventilatiehooi. Het ventileren van hooi wordt steeds vaker toegepast, omdat het hooibroei tegengaat. Grashooi van goede kwaliteit is een smakelijk, veelzijdig samengesteld voer.
Op grond van verschillende groeivoorwaarden, maaidatum en oogstweer kan de voederwaarde sterk variëren vóór het de schuur binnenkomt. Door broei kan de voederwaarde nog sterk veranderen. Hooi afkomstig van goed bemest grasland en onder niet te ongunstige omstandigheden gewonnen, bezit een gunstige mineralensamenstelling, terwijl het gehalte aan vitamine D van belang kan zijn (vooral bij veel zonneschijn op het stervende gewas). Door het ventileren verliest ventilatiehooi veel caroteen.
Hooi wordt vooral aan rundvee, paarden en soms schapen verstrekt. Melkvee kan dagelijks 2—12 kg hooi verwerken, paarden 4-10 kg, schapen 1—2 kg. Wanneer het hooi van zeer goede kwaliteit is, kunnen droogstaande en oudmelkse dieren (tot 8-10 kg melk) het met uitsluitend hooi stellen. Per melkkoe is jaarlijks minimaal 450 kg hooi noodzakelijk. Klaveren luzernehooi bevatten doorgaans meer eiwit en calcium, maar minder fosfor. Mits goed aangevuld, zijn het zeer goede voedermiddelen.
Klaverhooi wordt veel voor paarden gebruikt. Gemiddelde voederwaarde: grashooi, zw 33,8, VRE 6 %; klaverhooi, zw30,3, VRE 8,5%; jong luzernehooi zw 29,5, VRE 11,3 %.
