Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gras

betekenis & definitie

o. (-sen),

1. gewas dat het begroeide oppervlak van weiden en veel tuinen vormt en dat bestaat uit verschillende geslachten en soorten van de familie van de Gramineae (e): er is dit jaar veel de koeien eten —; het regent — (of en boter), scherts, gezegd bij een malse voorjaarsregen; naar smaken, geen smaak hebben; zo groen als -, helder of duidelijk groen; (f ig.) hij is nog zo groen als —, in alles onervaren; er geen — over laten groeien, iets terstond ter hand nemen, het niet uitstellen; nu kan men het — horen groeien, gezegd wanneer er een warme regen valt; hij luistert of het — groeit, scherts, van iemand die ligt te luieren; het — groeit er in de straten, er is weinig drukte en vertier; het gewas op het veld, het grasdek: de kinderen spelen in het -; het maaien; — pachten, verhuren; te hooi en te —, eig., als middeleeuwse tijdsbepaling voor rechtsdagen, in de hooitijd en in de grasmaand, dus tweemaal per jaar; thans: op ongeregelde tijden, zo nu en dan: te hooi en te — komt hij eens bij mij; onder het groene in het graf; in het bijten, ter aarde storten in het gevecht, sneuvelden; iemand het voor de voeten wegmaaien, juist dat zeggen of doen wat de ander ook wilde zeggen of doen, iemand met iets vóór zijn, hem een voordeel afsnoepen; zijn laatste — eten, op zijn laatste lopen, niet meer lang te leven hebben;
2.als soortnaam, de familie van de Gramineae waartoe ook de voornaamste grassen behoren; 3. (meest in verkleinvorm) halm van een grassoort, grasspriet: iemand geen grasje in de weg leggen, geen strobreed, hem in niets hinderen of overlast doen; grasjes binden of knopen, (vroeger) een spelletje onder jongelui, waarbij men een paar grashalmen aaneenknoopte om te zien welke paren het eerst zouden huwen of welke elkaar niet trouw zouden blijven.

(e) Gras heeft als veevoeder een hoge voedingswaarde voor bepaalde groepen dieren, m.n. runderen, schapen, paarden. Gras en de ervan afkomstige voor wintervoeding geconserveerde produkten (hooi, kunstmatig gedroogd gras, geënsileerd gras) dekt 70—80 % van de voederbehoefte van het rundvee in Nederland. →Gramineae.