Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hektrawler

betekenis & definitie

m. (-s), vissersvaartuig dat erop is ingericht het net binnen te halen over het hek.

(e) De hektrawler behoeft in tegenstelling tot de zijtrawler (→trawler) bij het uitzetten en halen van het trawlnet geen ingewikkelde manoeuvres te maken. Het trawlnet wordt uitgezet en gehaald terwijl de hektrawler in een rechte koers blijft varen. De hektrawler is in de jaren vijftig ontwikkeld om de behandeling van het vistuig en de procesgang van de vangst te rationaliseren. Ook belangrijk was een betere bescherming van de bemanning die op zijtrawlers onbeschut moest werken bij het verwerken van de vangst. De vangst komt op het achterdek van een hektrawler aan boord en verdwijnt via een glijgoot naar het tussendek. Met behulp van een transportband wordt de vangst naar voren getransporteerd.

Tijdens dit transport ondergaat de vangst de nodige behandelingen: sorteren, strippen, spoelen. Aan het einde van de transportband is de vis gereed om naar het visruim of naar de diepvriezers te worden afgevoerd. De visruimen zijn geschikt voor de opslag van diepgevroren vis in kartons van ca. 14 kg. Hektrawlers zijn door de vereenvoudigde behandeling van het vistuig zeer geschikt voor het vissen met de →pelagische trawl. De hektrawler heef t een lengte van ca. 50 m en een motorvermogen van 2800 pk (2.1 MW). De Nederlandse hektrawlers voeren diepgevroren en verse vis aan.

In de USSR en Japan kent men nog grotere hektrawlers die de vangst verwerken tot een ingeblikt produkt en de bijvangsten en af vallen verwerken tot vismeel. Zulke schepen maken reizen van enige maanden. De Ned. schepen maken reizen van 2—3 weken.

< >