Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

heester

betekenis & definitie

m. (-s), 1. houtig gewas van ca. 0,25—8 m hoogte, dat zich steeds en dadelijk boven de grond vertakt; veelvuldig als sierplant in tuinen en parken gebruikt; 2. vorm van →bosplantsoen: jonge loofbomen van 2—4 m lengte, vooral eik en beuk, in het bijzonder bij wegbeplantingen; beukeheesters worden steeds gekweekt als →bemanteld plantsoen.

< >