Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grondwet

betekenis & definitie

v./m. (-ten),

1. wet (bepaling) die tot grondslag dient, grondregel; soms: grondbeginsel;
2. wet (verzameling van voorschriften) waarin de grondbeginselen van de regering van een staat zijn vervat; algemene staatsregeling, constitutie: Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden; de — van 1815.

(e) Als oudste vormen van grondwet kunnen de schriftelijke verklaringen van vorsten beschouwd worden, waarbij zekere grondrechten van de standen werden erkend, zoals in Engeland bij de ➝Magna Charta (1214) en in de Nederlanden bij het ➝Groot Privilege van Maria van Bourgondië (1477). Tot in de 18e eeuw werd het begrip grondwet gehecht aan voor een land belangrijke wetten en verdragen. C.H.Trotz b.v. nam in zijn Verklaring van de grondwetten der Vereenigde Nederlanden (1778) de Pacificatie van Gent, de Unie van Utrecht, het Twaalfjarig Bestand en het Vredesverdrag van Munster op. Beïnvloed door de conceptie van het maatschappelijk verdrag (Rousseau), waarbij werd uitgegaan van de idee dat de mensen onderling tot overeenstemming kwamen over inhoud en omvang van het staatsgezag, kreeg het begrip grondwet in de 19e eeuw de betekenis van: schriftelijke vastlegging van het maatschappelijk verdrag. M.n. door het liberaal-burgerlijke streven naar een constitutioneel bewind dat de grondrechten van de burger waarborgt, werd de grondwet tot het fundament van de wetgeving waarin de onschendbare rechten (vrijheden) van de onderdaan geboekstaafd werden. Sindsdien fungeren grondwetten vooral als behoeders van grondrechten en basisstructuren in een staatsbestel tegen overijlde aanpassingen. De procedures tot ➝grondwetsherziening, of -wijziging zijn meestal zo geformuleerd, dat er zekerheid moet bestaan dat een grote meerderheid van het volk of zijn vertegenwoordigers een dergelijke wijziging ook werkelijk wil.

Nederland. De eerste Ned. grondwet, de staatsregeling van 1798, ontstond onder invloed van de Franse Revolutie in de vorm van een maatschappelijk verdrag. Nadat deze regeling in 1801 vervangen was door een grondwet die de volksinvloed verminderde, werd in 1806 de republikeinse regeringsvorm afgeschaft. De ontwikkeling die naar de vigerende grondwet leidde, begon in 1814 met een grondwet die voorzag in één Kamer, getrapt kiesrecht en een soeverein vorst waaraan de ministers verantwoording verschuldigd waren. Na de vereniging met België (1815) kwam er een grondwet waarbij de soeverein koning werd en een regeringsstelsel met twee Kamers van volksvertegenwoordigers ingevoerd werd. Vooral na de wijziging van 1848 kreeg de Ned. grondwet zijn moderne functie als fundament van de wetgeving en beschermer van de onschendbare rechten van de onderdaan.

België. De Belg. grondwet dateert van 7.2.1831. Zij onderging invloeden van het Ned. staatsrecht van na 1815, de Franse Charte van 1830 en m.n. van de Franse grondwet van 1791. Op haar beurt heeft de Belg. grondwet de grondwetten van Spanje (1837), Griekenland (1844 en 1864), Luxemburg (1848), Piëmont-Sardinië (1848), Pruisen (1850) en Bulgarije (1864) sterk beïnvloed. De verhouding tussen parlement en koning is soepel geregeld, zodat België relatief weinig grondwetsherzieningen heeft gekend.

LITT. J.van der Hoeven, De plaats van de grondwet in het constitutionele recht (diss. 1958).