Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gres, aardewerk

betekenis & definitie

[→Fr. →grès], o., dichtgesinterd aardewerk van vette klei: — leent zich bijzonder voor bedekking met allerlei glazuren.

(e) Gres is een bij hoge temperatuur gebakken produkt. Het heeft verschillende goede eigenschappen: dichtheid, hardheid, klank, sterkte, zuurbestendigheid, en vindt dan ook veel toepassing: voor huishoudelijk gebruik (inmaakpotten, wateren bierkruiken); als sieraardewerk; als bouwmateriaal, b.v. tegels van hoge vastheid en gresbuizen van verschillende middellijn, waarbij eigenschappen als sterkte en zuurbestendigheid goed te pas komen (rioolbuizen). Wegens de chemische onaantastbaarheid wordt gres ook toegepast in de chemische industrie (reservoirs, leidingen, koelspiralen, pompen, ventiatoren e.d.). Terwijl voor de fijnere produkten lichtbakkende plastische kleisoorten worden toegepast, vormen voor de grovere produkten ijzerhoudende plastische kleisoorten de grondstof, waarbij de kleur van het gebakken produkt sterk afhangt van het ijzeroxidegehalte en de ovenatmosfeer. Is deze oxiderend dan 'verkrijgt men een gele tot bruine kleur, is zij reducerend dan wordt de kleur grijs. Bij de maximale baktemperatuur (ca. 1200 °C) wordt keukenzout in de oven gebracht.

Te zamen met in de ovenatmosfeer aanwezige waterdamp ontstaan zoutzuur en een natriumaluminiumsilicaathoudende smelt. Tijdens het afkoelen wordt deze glasachtig, het zoutglazuurlaagje wordt gevormd. Vele voor de fabricage van gres geschikte kleisoorten worden in het Westduitse Westerwald bij Koblenz (het Krugund Kannenbackerland) gevonden en ter plaatse verwerkt.

Een bijzondere variant is het Keuls aardewerk, d.i. grijs waarop met kobaltoxide een blauwe versiering is aangebracht.

< >