Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grendel

betekenis & definitie

m. (-s),

1. sluiting waarbij een staaf door ogen of een buis wordt geschoven: hij sloeg de deur dicht en schoof de — erop; achter de grendels, achter slot en zitten, in verzekerde bewaring, gevangen zijn;
2. deel van een geweer dat de kamer, waarin de af te schieten patroon zich bevindt, afsluit en vergrendelt, zodat het bij het afgaan van het schot vrijkomend gas volledig voor de voortdrijving van de kogel gebruikt wordt;
3. (steenhouwerij) soort hamer waarin een aantal ijzeren punten kan worden vastgezet, gebruikt voor de bewerking van natuursteen.