grendel
(18e eeuw) (euf. of sch.) mannelijk geslachtsorgaan. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • Stocker had Filip gevraagd wat die Carnou zoal met hem deed: “dat is eenen die daer van houdt, hij heeft soo eenen grooten grendel, en hij heeft met den mijnen soo dikmaels gespeelt”. Hij had daarop inderdaad Filip bij...