m. (-len),
1. makker, reisgenoot, medestander;
2. (vroeger bij de gilden) iemand die geen leerjongen meer was, maar nog niet de rang van meester of baas had verworven; (nog steeds) handwerksman die als knecht onder een baas werkt, geschoold arbeider; ook titel van iemand die in het bezit is van een diploma van de Vereniging ter Veredeling van het Ambacht.