Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gezel

betekenis & definitie

m. (-len),

1. makker, reisgenoot, medestander;
2. (vroeger bij de gilden) iemand die geen leerjongen meer was, maar nog niet de rang van meester of baas had verworven; (nog steeds) handwerksman die als knecht onder een baas werkt, geschoold arbeider; ook titel van iemand die in het bezit is van een diploma van de Vereniging ter Veredeling van het Ambacht.

< >