Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gesteld

betekenis & definitie

I.bn.,

1. in de toestand verkerend die door de bep. wordt aangeduid: het is er treurig mee —; hoe is het met de zieke — ?, hoe gaat het met haar/hem?;
2. op iets zijn, het uitdrukkelijk verlangen;
3. op iets zijn, veel aan iets hechten, veel van iets houden, (ook) erop verzot zijn: zij is op het decorum —; men is erg op zijn gezelschap —; op iets niet zijn, het onaangenaam vinden; ook met betrekking tot personen: veel ophebben met;
4. de gestelde machten, overheden, de als zodanig aangewezene, wettig fungerende;

II. ondersch. voegw., aangenomen, genomen, ondersteld: dat hij niet wil, wat zult u dan doen?