o. (-s), wapen van een gemeente. (e) Iedere gemeente kent een wapen als ➝insignum. Het komt voor op alle officiële stukken, gebouwen, voeren vaartuigen, alsmede op de uniformen van stedelijke gezagsdragers.
De burgemeesters zijn in Nederland veelal getooid met een ambtsketen, waaraan een penning hangt die het gemeentewapen vertoont. Ook het zegel draagt een afbeelding van het gemeentewapen. De meeste gemeentewapens dragen oude heraldische emblemen, dikwijls daterend uit de begintijd van de riddertijd (➝heraldiek). Het recht van gebruik van zo’n wapen is voorbehouden aan de gemeentelijke overheid (in tegenstellingtot de gemeentevlag). Vrijwel overal zijn gemeentewapens oorspronkelijk de wapens van heerlijkheden, hertogen vorstendommen enz., soms in geheel ongewijzigde vorm, meestal echter met een kleine wijziging (b.v. een verwisseling van de kleuren) of een typerende toevoeging. Het recht tot wapenvoering wordt (nog) overal verleend door de vorst of centrale overheid. De oudst in Nederland bekende wapenverlening was die aan Harlingen, door graaf Albrecht van Beieren (1398). In 1187 verleende reeds Alfons II, koning van Aragon, aan Millau (Frankrijk) het recht een wapen te voeren. Dikwijls (vooral na de Franse tijd) hebben gemeenten de afbeelding van een parochieheilige tot gemeentewapen verheven (m.n. in Brabant en Limburg).
Zeldzaam zijn gemeentewapens met symbolen van de Franse Revolutie (in Nederland: Ede), terwijl de Napoleontische invloed valt aan te wijzen waar deze aan bepaalde gemeenten toestond een ➝schildhoofd toe te voegen met drie bijen (➝bij). Gemeentewapens zijn dikwijls voorzien van schildbedekkingen in de vorm van (adels-)kronen of stedenkronen, helmen enz., soms gehouden door schildhouders, of voorzien van een wapenspreuk. Deze zijn meestal in het Latijn gesteld; een verzoek aan het gemeentewapen van Sneek weer een traditionele 17e-eeuwse spreuk in het Fries te verbinden, werd afgewezen door de Hoge Raad van Adel, hoewel uit andere landen dergelijke spreuken in dialect of streektaal bekend zijn.
litt. O.Hupp, Deutsche Ortswappen (1913-39); M.Servais, Wapenboek van de prov. en gem. van België (2 dln. 1955, 1961); K.Stadler, Deutsche Wappen der BRD (9 dln. 1964); C.Druif, Ned. gem. wapens (1965); K.Sierksma, De Ned. gemeentewapens (4e dr. 1968).