bn. (-st, meest -; de vergrotende trap is niet in gebruik),
1. aan de dienst van God of een godheid toegewijd, heilig, gewijd: de geheiligde paarden van de oude Germanen; (bijbel) de geheiligde dingen, de aan God gewijde voorwerpen of goederen, als heilig erkend en dus als zodanig te eren;
2. als heilig erkend of vereerd, heilig: geheiligde relikwieën.