o. (gebaren), beweging van het lichaam of zijn delen, m.n. gezicht, handen, armen of schouders, waardoor men laat merken wat er in de geest of het gemoed omgaat: levendige gebaren, driftige gebaren, een van afgrijzen, tevredenheid, enz.; sprekende gebaren,
lichaamsbewegingen waarmee men op sprekende of bijzonder duidelijke wijze zijn bedoeling uitdrukt; dergelijke beweging waardoor men aan zijn woorden kracht bijzet, ofwel waarvan men zich als van een taal bedient om de gedachten of gevoelens van de persoon die men voorstelt, op duidelijke wijze uit te drukken; geste, mime, gesticulatie: allerlei gebaren maken; wat een potsierlijke gebaren maakt die redenaar!; de gebaren van de toneelspelers laten soms veel te wensen over; stomme gebaren, gebaren waardoor men zonder te spreken zijn gedachten of gevoelens op duidelijke wijze laat blijken; (fig.) handeling waardoor men een gezindheid tot uitdrukking brengt, geste: deze tirade was bedoeld als een vriendelijk aan zijn adres.
