Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fietsen

betekenis & definitie

(fietste, heeft en is gefietst),

1. op de fiets rijden: Lies fietste over de Breestraat;
2. zich per fiets begeven: wij zijn naar het dorp gefietst;
3. gebruik maken van een fiets: zij fietst niet;
4. de genoemde hoedanigheid hebben met betrekking tot het fietsen: die weg fietst lekker.