o. (-bromen), goedaardig gezwel, dat uitgaat van bindweefselcellen.
Fibromen zijn meestal afgerond van vorm, met glad oppervlak en elastisch van consistentie. Fibromen kunnen overal voorkomen waar bindweefsel is, maar er zijn voorkeurslokalisaties, b.v. de huid. Vaak zijn het geen zuivere bindweefselvezeltumoren, maar bevatten zij ook een gewoekerde vaatcomponent (hemangiofibroom), wat glad spierweefsel (fibroleiomyoom, vooral voorkomend in de baarmoeder), of slijmvormende cellen (fibromyxoom). Bestaat de tumor zowel uit gewoekerd bindweefsel als uit (epitheliale) kliercellen, dan spreekt men van een fibroadenoom. Een fibroom kan kwaadaardig zijn en wordt dan tot fibrosarcoom. Ook door de grootte kan een fibroom last veroorzaken. Operatieve verwijdering is in de meeste gevallen de aangewezen behandeling.
