Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fatsoen

betekenis & definitie

o. (-en),

1. vorm, model, m.n. van kledingstukken, snede; thans bijna alleen nog in de verbinding: iets uit of weer in zijn — brengen, in de vereiste vorm;
2. al wat gemanierd geacht wordt, hetzij meer in zedelijk, hetzij in formeel opzicht (de goede manieren in de ruimste zin), m.n. echter als iets conventioneels opgevat: de wetten van het —; zij zijn zeer gesteld op het (hun) —; er zit nog niet veel — in (bij); zijn — bewaren, houden, netjes blijven, niet grof of onwellevend worden; met goed — kan men er niet buiten, men kan er zich moeilijk aan onttrekken;
3. maakloon van een platina, gouden of zilveren voorwerp.