Ned. financiële instelling voor het financieren en bevorderen van exportopdrachten, voor zover deze dienstig geacht kunnen worden voor de nationale economie, gevestigd te ’s-Gravenhage. De instelling werd opgericht in 1951 door de Nationale Investeringsbank, de Amsterdam-Rotterdam Bank NV, de Algemene Bank Nederland NV, Bank Mees & Hope NV, Pierson, Heldring & Pierson NV, F.van Lanschot en de Ned.
Middenstandsbank NV, die nog steeds de aandeelhouders zijn. De activiteit van de instelling is in het bijzonder gericht op de nafinanciering van Ned. leveranties van kapitaalgoederen aan buitenlandse afnemers en van de uitvoering van aannemingswerken in het buitenland door Ned. bedrijven, waarbij de te financieren transacties op commerciële gronden worden beoordeeld. De behoefte aan exportkrediet blijft groot. De instelling steunt het Ned. bedrijfsleven in de internationale concurrentie door passende financieringen aan te bieden, waar vaak het bij de te leveren goederen en diensten aangeboden krediet doorslaggevend is geworden. De post debiteuren beliep per ultimo 1975 f384 mln., o.a. in Engeland 23 %, de VS 13%, Zweden 12 %, Mexico 11 %, Noorwegen 11 %, Frankrijk 9 % en Liberia en Iran elk 5 %. Zij financiert zichzelf door het opnemen van obligatieleningen op de publieke kapitaalmarkt (ultimo 1975 f105 mln.), onderhandse leningen (ultimo 1975 f 189 mln.); de banken helpen haar met de kortlopende toppenfinanciering, terwijl zij bovendien een van jaar tot jaar verlengde belenings-en discontofaciliteit van De Ned.
Bank geniet. Balanstotaal (ultimo 1975): f417 mln. zie exportfinanciering.
