[Eng., evangelisch], m. (-s) aanhanger van de Low Church Party in de Anglicaanse Kerk. De evangelicals hechten grote waarde aan de reformatorische, vooral calvinistische, leerstellingen en aan persoonlijke vroomheid; daarnaast leggen zij grote activiteit aan de dag op het gebied van zending, sociaal werk en de vertaling en verspreiding van de bijbel.
LITT. J. King (red.), Evangelicals today (1973).