Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

erfgenaam

betekenis & definitie

m. (-namen),

1. hij of zij op wie een nalatenschap of een evenredig deel ervan overgaat (e); natuurlijke erfgenamen, universeel — ; — bij versterf, volgens de wet, wanneer de overledene geen testament heeft nagelaten;
2. (oneig.) persoon wie de taak, rechten of verplichtingen van een voorganger toevallen.

(e) De erfgenaam dient scherp onderscheiden te worden van de ➝legataris. Deze wordt in een testament bevoordeeld met een of meer bepaalde zaken uit de nalatenschap of met een hoeveelheid van een bepaalde soort zaken, b.v. contanten. De erfgenaam verkrijgt niet alleen alle baten of een evenredig deel daarvan, maar ook (hetzelfde evenredige deel van) alle schulden van de erflater. De erfgenaam heeft de ➝hereditatis petitio en de ➝saisine.