Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie K
- klokje
- klokjesbij
- klokke
- klokkegalg
- klokkekast
- klokkeluider
- klokken (geluid)
- klokken (o.a. prikklok)
- klokkengieten
- klokkengieterij
- klokkenist
- klokkenkamer
- klokkenluider
- klokkenmaker
- klokkenspel
- klokkenspeler
- klokkereep
- klokkespijs
- klokkestoel
- klokketoren
- klokketouw
- klokmouw
- klokparadox
- klokrok
- klokslag
- klokslot
- kloksolator
- klokspijs
- klokuur
- klokvaas
- klokvormig
- klomp
- Klompé
- klompendans
- klompenmakerij
- klompenschool
- klomperij
- klomphand
- klompkousen
- klomplaars
- klompschoen
- klompvis
- klompvoet
- Klondike
- klont
- klonter
- klonteren
- klonterig
- klontje
- klontjestang
- klontong
- kloof (klove)
- kloofbijl
- kloofhout
- kloofstok
- kloofvlak
- klooi
- klooien
- kloon (cloon) (biologie)
- kloon (klomp)
- Kloos, Andries Hein (André)
- Kloos, Willem Johan Theodoor
- klooster
- kloosterbalsem
- kloosterband
- kloosterbroeder
- Kloosterburen
- kloostercel
- kloostercongregatie
- kloosterdoek
- kloostergang
- kloostergelofte
- kloostergemeenschap
- kloostergewelf
- kloostergoed
- kloosterhof
- kloosterkerk
- kloosterleven
- kloosterlijk
- kloosterling
- Kloosterman
- kloostermop
- kloostermuur
- kloosternaam
- kloosterorde
- kloosterorganisatie
- kloosteroverste
- kloosterraam
- kloosterregel
- kloosterschool
- kloostersponning
- kloostertafel
- Kloosterzande
- kloosterzuster
- kloot
- klootjesvolk
- klootschieten
- klop
- klopboor
- klopgeest
