Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

klomphand

betekenis & definitie

v./m. (en), aangeboren afwijking in de stand van de hand.

(e) Bij een klomphand is de hand in het polsgewricht sterk naar de duimzijde en naar de palm gebogen. Deze afwijking komt o.a. voor bij aangeboren ontbreken van het spaakbeen. De aandoening komt niet zelden aan beide handen voor; ook de combinatie met andere aangeboren afwijkingen is gewoon. Ondanks de grove anatomische afwijkingen aan het skelet en de spieren van de onderarm en de hand, kan de functie van de hand verwonderlijk goed zijn, afgezien van het grijpen. Het bereiken van verbetering van de functie is dikwijls onmogelijk. →horrelvoet.

< >