Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

codex

betekenis & definitie

[Lat., caudex,boomstam, houtblok], m. (-dices), handschrift, m.n. oud handschrift van een van de Griekse of Romeinse klassieken; constitutionum, kortweg codex, een van de vier delen van het onder keizer Justinianus tot stand gekomen Corpus Iuris Civilis, dat sinds 534 bindend was. Oorspronkelijk was een codex een stel wastafeltjes; dit was voorbeeld voor notitieboekjes van perkament en uiteindelijk (le eeuw n.C.) voor een nieuwe boekvorm.

Het boek in codexvorm is opgebouwd uit bladen (gewoonlijk dubbelgevouwen vellen, gegroepeerd in katernen) die aan één zijde (de ‘rug’) verbonden zijn. Het was zuiniger (daar het materiaal aan weerszijden beschreven werd) en praktischer (door de mogelijkheid van ‘bladeren’) dan de oudere boekrol, en was daardoor m.n. geschikt voor omvangrijke, vaak geraadpleegde teksten (b.v. bijbel, wetboeken; codificatie). De codex verdrong sinds de 4e eeuw n.C. de boekrol, en is nog steeds de normale boekvorm in de westelijke wereld. Tegenwoordig duidt men met codex vooral middeleeuwse handschriften aan. ➝ handschrift. LITT. W.Schubart, Das Buch bei den Griechen und Römern (2e dr. 1921, 3e dr. 1962); C.H.Roberts, The codex (in: Proc. British Acad. 40, 1954).