Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Christelijk Historische Unie

betekenis & definitie

(CHU), Ned. politieke partij op protestant-christelijke grondslag, die in 1908 ontstond door het samengaan van de Christelijk Historische Partij en de Friese Christelijk Historische kiesverenigingen. Een eerste stap in de richting van deze formatie was de afscheiding van 1895 van een Vrij-Antirevolutionaire Partij onder leiding van De ➝Savornin Lohman van de ➝Antirevolutionaire Partij (ARP).

Deze scheuring vond plaats naar aanleiding van de ontwerp-kieswet van ➝Tak van Poortvliet, waarvan de ARP-leider A.➝Kuyper een voorstander was. Een essentieel verschil was ook dat Kuyper dolerend (gereformeerd), Lohman synodaal (hervormd) was; de laatste verwierp de antithese-gedachte (➝Nederlandse Hervormde Kerk). In 1897 ontstond in Utrecht de Christelijk Historische Kiezersbond, die zich in 1903 verenigde met de Vrij-ARP tot de Christelijk Historische Partij. Van de Friese Christelijk Historische kiesverenigingen, die zich in 1908 met deze partij verenigden binnen de CHU, was ➝Hoedemaker de geestelijke leider; hij hield vast aan de oorspronkelijke antirevolutionaire opvatting aangaande de directe verbinding tussen evangelie en staat en verwierp de neutrale-staatsgedachte (Kuyper). Aan de Vrij-ARP dankt de CHU haar afwijzing van een straffe partijorganisatie. Grote waarde kent de partij toe aan het geweten (consciëntie), waardoor o.a. haar afgevaardigden in de Staten-Generaal geen fractiedwang kennen.

De CHU zoekt aansluiting bij het historisch gewordene, waarbij de historie gezien wordt als bestiering Gods. Zij verwacht op sociaal terrein meer van maatschappelijke organisatie dan van rechtstreekse overheidsbemoeiing. De CHU is een duidelijk gouvernementele partij; zij wijst de regeringsen bestuursverantwoordelijkheid niet af. Na de Tweede Wereldoorlog bleef de CHU echter tot 1948 buiten de regering; aan het kabinet-Cals (1965-66) noch aan het kabinet-Den Uyl (1973-) nam de partij deel. De CHU recruteert haar aanhang in eerste instantie uit de confessionele kringen binnen de Hervormde Kerk. Door de toenemende secularisatie en de o.m. daarmee samenhangende politieke verschuivingen in Nederland sedert het einde van de jaren zestig boette de CHU aan invloed èn aanhang in.

Tot die tijd kon de partij bij kamerverkiezingen steeds rekenen op een stemmenpercentage van ruim 8%; in 1971 behaalde zij 6,3% van de stemmen (10 zetels). Bij de vervroegde verkiezingen van 1972 zakte het percentage tot 4,8% (7 kamerzetels). Met de ARP en de Katholieke Volkspartij (KVP) heeft de CHU in sept. 1976 de (confessionele) krachten gebundeld binnen het ➝Christen-Democratisch Appèl (CDA). LITT. P.A. Diepenhorst, Trouw en met ere (1952); H.J.K. Beernink, Gesch., organisatie en beginsel van de CHU (1953).