Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

politieke partij

betekenis & definitie

de belangrijkste van de politieke organisatievormen. Politieke partijen kunnen zeer uiteenlopend van structuur en functies zijn.

In →democratieën met een →parlementair stelsel zijn politieke partijen onmisbaar vanwege de combinatie van functies die zij vervullen; selectie van politiek kader, stimuleren van politieke discussie, het tot uiting brengen van de openbare mening (door middel van verkiezingen), en het doen kristalliseren van die openbare mening, door het naast en tegenover elkaar stellen van politieke keuzemogelijkheden (→opinieonderzoek, →propaganda, →verkiezingsonderzoek). Weliswaar zouden ook andere organisaties deze activiteiten ten dele op zich kunnen nemen (→pressiegroepen), maar geen andere organisatie dan de politieke partij kan deze activiteiten in combinatie uitvoeren (hoewel in de grondwet en kieswet van sommige parlementaire democratieën, waaronder Nederland en België, het woord ‘partij’ nergens voorkomt).Partijstrijd kan ook negatieve kanten bezitten voor een samenleving. In nieuwe landen, waar nog weinig kanaliserende ‘spelregels’ bestaan voor partijstrijd is men vaak nogal huiverig voor veel-partijensystemen. De uiterste consequentie is een éénpartijsysteem. Dit laatste behoeft echter nog niet te betekenen dat daarmee alle politieke discussie onmogelijk is geworden: binnen die partij kunnen vleugels bestaan. Het betekent doorgaans wèl dat de reikwijdte van de alternatieve keuzen ingeperkt is: de partij bezit een ‘opvoedende’ functie, de invloed van de bevolking op de partij is beperkt. Sociologisch gezien bestaan er niet zozeer principiële als wel graduele verschillen tussen partijen in een parlementaire democratie en in een één-partijstaat. Globaal beschouwd hebben alle partijen bepaalde problemen gemeen, en zijn deze problemen weer dezelfde als in andere grote organisaties op vrijwillige basis voorkomen: het probleem van de machtsvorming binnen de organisatie en, hiermee ten dele samenhangend, dat van de moeilijkheid de leden blijvend actief te doen zijn.

Naast indelingen van partijen (naar de mate waarin ze de uitvoering van bepaalde taken aan de individuele burger dan wel aan de →overheid willen laten, naar mate van radicalisme, naar verhouding tussen leiding en leden enz.) kan men ook indelingen van partijsystemen maken. Bekend zijn in dit verband de ‘wetten’ van de Franse politicoloog M. Duverger, waarin het verband tussen →kiesstelsel en partijsysteem tot uiting komt:

1. een stelsel van →evenredige vertegenwoordiging stimuleert een veel-partijensysteem;
2. het absolute meerderheidsstelsel (→districtenstelsel met herverkiezingen) werkt een gematigd veel-partijensysteem in de hand;
3. het relatieve meerderheidsstelsel (districtenstelsel zonder herverkiezing) stimuleert een twee-partijensysteem.

LITT. J.La Palombara, M.Weiner, The origin and development of political parties (in: Political parties and political development, 1966); J.T.J.van den Berg en H.A. A.Molleman, Crisis in de Nederlandse politiek (1974); J.van Putten, Demokratie in Nederland (1975).