aan'sluiten (sloot aan, heeft aangesloten), 1. iets zodanig aan iets anders doen sluiten dat het zonder enige tussenruimte daarmee verbonden is: vaster doen sluiten; (van personen) dichter op elkaar gaan staan: — daar voor! (in een volle tram enz.); 2. zich aan (geeft een nauwere vereniging dan bij) iemand —, zich bij iemand voegen en in zijn gezelschap blijven, (fig.) zijn partij kiezen, diens zijde houden: hij sloot zich bij de vorige spreker aan, hij zei dat hij het met hem eens was; zich bij een richting, een beginsel —, aanhangen, voorstaan; 3. (van wegen enz.) zich verenigen met; 4. een verbinding, een contact tot stand brengen (m.n. bij elektrische toestellen): de bel is door een transformator op de hoofdleiding aangesloten; hij is aangesloten, nl. op het telefoonnet; (ook) telefonische verbinding tot stand brengen tussen twee bij het net aangeslotenen; 5. passen aan, zonder gaping overgaan in of verbonden zijn met: dit blad van de tafel sluit niet aan.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk