Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

aanhalen

betekenis & definitie

aan'halen (haalde aan, heeft aangehaald), 1. naar zich toe trekken; (touwen en knopen) vaster trekken; de teugels —, strakker trekken; brassen, schoten —, door de touwen aan te trekken, de zeilen scherper bij de wind zetten; 2. iets verwijderds naderbij brengen, meebrengen, naar een bepaalde plaats dragen; 3. in beslag nemen, omdat de ervoor verschuldigde belasting niet betaald is: smokkelwaar —; 4. vleiend naar zich toe halen, en vandaar (abs.) lief doen tegen iemand, vleien: een kind —; 5. (op een andere plaats voorkomende woorden van anderen of van zichzelf) herhalen, citeren; 6. zich (iets onaangenaams) op de hals halen; iemand —, zich ermee bemoeien, inlaten (van lastige of ongewenste personen gezegd); 7. een streep of een teken bij iets plaatsen.