Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 05-05-2020

Zelfzuchtig gen

betekenis & definitie

Genvariant die door evolutie geselecteerd is om via het individu waar hij in zit zijn eigen verspreiding te bevorderen, ook al is dat nadelig voor het individu

Het boek “The Selfish Gene” van Richard Dawkins, gepubliceerd in 1976, is een van de meest invloedrijke publicaties uit de evolutiebiologie. Het heeft vooral in de gedragsbiologie, de ecologie en de evolutionaire psychologie enorme invloed gehad.

In het boek rekent Dawkins af met de conceptie dat evolutie bepaald wordt door datgene wat goed is voor de soort of de groep. Nee, stelt hij, evolutie wordt gedreven door veranderingen van de frequenties van genen die zo in elkaar zitten dat ze hun eigen verspreiding maximaliseren. Het individu waarin die genen aanwezig zijn is op te vatten als een vehikel om de maximale verspreiding te bereiken. Het vehikel gaat op een zeker moment dood, maar de genen worden doorgegeven.

Met deze opvatting van evolutie kon Dawkins een verklaring geven voor het blijven voortbestaan van altruïstisch gedrag. Altruïsme is slecht voor degene die het uitvoert, maar goed voor iemand anders. Een genvariant die altruïsme bevordert kan ondanks het negatieve effect voor de altruïst in frequentie toenemen, als de ontvanger van de altruïstische daad genetisch verwant is aan degene die haar uitvoert. Het fenotype is altruïstisch maar het gen is zelfzuchtig.

Dawkins introduceerde ook het begrip “meme”: een idee, theorie, verhaal of cultuur, dat zich via hetzelfde proces van zelfzuchtigheid in een populatie verspreidt. Deze analogie tussen culturele evolutie en biologische evolutie gaat trouwens op veel punten mank.

Het werk van Dawkins leunt zwaar op de eerder geformuleerde populatiegenetische theorie, met name het begrip verwantenselectie, door J.B.S. Haldane, W.D. Hamilton en J. Maynard Smith.