Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 04-05-2020

Trophoblast

betekenis & definitie

Groep cellen die in de embryonale ontwikkeling de buitenste laag van de blastocyst vormen en een rol spelen bij de voeding van het embryo

In de vroege embryonale ontwikkeling ontstaat door voortgaande celdelingen uit de bevruchte eicel een blaasvormige structuur, de blastula, waarin zich een holte bevindt, het blastocoel. Aan één zijde van de blastula ligt een grotere klomp cellen, de zogenaamde inwendige celmassa. Het blastocoel wordt omgeven door een laag kleine cellen; dit is de trophoblast. Deze structuur ontleent zijn naam aan de rol die de cellen spelen bij de voeding van het embryo. De term trophoblast wordt hoofdzakelijk gebruikt bij de embryonale ontwikkeling van zoogdieren.

De trophoblast speelt een belangrijke rol bij de innesteling, namelijk het is de structuur die als eerste een interactie aangaat met de baarmoederwand, het endometrium. De holte in de trophoblast blijft na de innesteling aanvankelijk in stand, maar wordt spoedig opgevuld door cellen van het extra-embryonale endoderm en mesoderm die langs de rand van de trophoblast migreren en uiteindelijk het gehele blastocoel opvullen. De trophoblast is dan de structuur die de dooierzak bevat.

De trophoblastcellen groeien in de wand van de baarmoeder. Daarbij vormen ze een syncytium (weefsel met veel kernen zonder celmembranen) met uitlopers die contact maken met de maternale bloedvaten. Op één plek vormen ze een sterk doorbloede structuur, de placenta. Dit wordt het orgaan voor de uitwisseling van zuurstof, koolzuur, voedingsstoffen en afvalproducten.

Na de innesteling vormt een deel van de trophoblastcellen met de baarmoederwand een vlies om het embryo, het buitenste vruchtvlies (chorion). Zowel het binnenste vruchtvlies (het amnion) als het buitenste groeien met de foetus mee en worden verbroken bij de bevalling.