Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 04-08-2020

Kiemblad

betekenis & definitie

Een van de drie groepen cellen van waaruit het lichaam van een dier tijdens de embryonale ontwikkeling gevormd wordt

Als een bevruchte eicel (zygote) van een dier gaat delen gaan de dochtercellen een bepaalde identiteit aannemen. Het eerste onderscheid bij alle dieren is tussen de buitenkant (het ectoderm) en de binnenkant (het endoderm). Daartussen vormt zich bij vrijwel alle dieren een derde laag, het mesoderm. Deze drie lagen heten kiembladen (Engels: “germ layers”).

Als een dier drie kiembladen heeft heet hij triploblastisch. Dit zijn alle dieren behalve de fyla Porifera (sponzen), Ctenophora (ribkwallen), Cnidaria (neteldieren) en Placozoa (plakdiertjes). De laatste drie zijn diploblastisch: ze hebben alleen ectoderm en endoderm. Sponzen hebben geen kiembladen.

De drie kiembladen zijn het uitgangspunt voor de vorming van alle weefsels en organen. Uit het ectoderm worden o.a. de huid en het zenuwstelsel gevormd, uit het mesoderm de spieren, de gonaden en de nieren en uit het endoderm de darm en de longen. Dat dit voor alle dieren geldt laat zien dat het onderscheid tussen de kiembladen een sterk geconserveerd principe is in de evolutie van het dierenrijk.

De manier waarop vanuit de pluripotente zygote de drie kiembladen ontstaan is een kwestie van complexe epigenetica en cel-cel-signalering. Het embryonale stadium waarin de bestemming wordt vastgelegd verschilt tussen de hoofdlijnen van het dierenrijk: bij Protostomia vroeg, al in het 24-cellig stadium, en bij Deuterostomia laat, pas bij de blastula. Als een cel eenmaal de bestemming ectoderm, mesoderm of endoderm gekregen heeft is het nauwelijks nog te veranderen, maar sommige cellen, zoals de neurale lijstcellen, zijn daartoe wel in staat: ze zijn ectodermaal maar dragen mede bij aan mesodermale weefsels (skelet, hart).