Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 11-04-2020

Gepaard

betekenis & definitie

Aan beide zijden van het lichaam aanwezig bij een tweezijdig symmetrisch dier

Verreweg het grootste deel van het dierenrijk is in aanleg tweezijdig symmetrisch; deze dieren worden samen Bilateria genoemd, ondanks het feit dat sommige later in hun ontwikkeling radiair symmetrisch worden (mosdiertjes, stekelhuidigen) of asymmetrisch (slakken, zakpijpen).

In het menselijk lichaam zijn vrijwel alle uitwendige en inwendige organen gepaard: hersenen, ogen, oren, schouders, armen, longen, nieren, ovarium, testes, benen, enz. Sommige organen zijn gepaard van binnen maar hebben een ongepaarde afvoerbuis of ongepaarde opening, bijvoorbeeld longen, ovarium, eileiders, testes, nieren. De wervelkolom met het zenuwstelsel en de darm met de aanhangende klieren worden echter ongepaard aangelegd langs de middenas. Maag, darm, lever en alvleesklier komen pas later in de ontwikkeling asymmetrisch in de buikholte te liggen.

Sommige organen worden gepaard aangelegd maar vormen in het volwassen lichaam een in het midden gelegen ongepaard orgaan. Een voorbeeld is het hart, dat ontstaat uit angioblasten die met coeloomzakjes links en rechts langs de darm migreren om aan de buikzijde samen de hartbuis te vormen. De dubbele bloedsomloop heeft niets met het bilaterale karakter van het lichaam te maken, want die ontstaat pas later, uit een voorouderlijk ongepaard hart, zoals bij vissen en amfibieën.

Soms zijn gepaarde organen systematisch verschillend van grootte; men noemt dit directionele asymmetrie. Bijvoorbeeld, bij de schaarpoten van heremietkreeften wordt er eentje – de grootste – gebruikt om de schelp af te sluiten (afhankelijk van de soort de linker of de rechter). Bij vogels is één van de ovaria verloren gegaan als aanpassing aan het vliegen; ze hebben maar één ovarium, meestal het linker.