Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 29-05-2020

Costa

betekenis & definitie

Rib; een van meerdere gepaarde, gebogen, dunne beenderen die articuleren met thoracale wervels, deels met het sternum en die de borstkas omsluiten

De thoracale wervels van de wervelkolom dragen aan beide zijden een rib waarvan de eerste zeven aan de voorkant van de thorax met een kraakbeengewricht hechten aan het borstbeen (sternum). Van de overige vijf zijn de eerste drie verbonden met de rib erboven, terwijl de onderste twee eindigen in de buikspieren (de “zwevende” ribben). Aan het dorsale uiteinde heeft elke rib een kop met twee gewrichtsvlakken die articuleren met twee opeenvolgende wervels. Bovendien heeft de rib vóór het uiteinde een knobbeltje (tuberkel) dat articuleert met het dwarsuitsteeksel van de wervel.

De mens heeft twaalf ribben, eentje minder dan chimpansee, gorilla en gibbon. Veel primaten hebben er ook twaalf. Het aantal ribben van zoogdieren varieert tussen soorten, van negen bij walvissen tot 24 bij luiaards.

De ribben vormen een gesloten “ribbenkast” die de longen en het hart beschermt. Aan de ribben hechten veel spieren, o.a. de tussenribspieren. De flexibiliteit van de ribbenkast heeft tezamen met het gespierde middenrif de intensieve ademhaling van de zoogdieren mogelijk gemaakt.

Vissen hebben ribben (buikgraten) aan elke wervel, plus nog ongepaarde ruggraten die de rugvin ondersteunen, maar geen sternum. Het sternum zien we pas bij de Amniota. Maar welke vissengraten homoloog zijn met de ribben van Amniota is moeilijk te zeggen. Verschillende vissen hebben twee paar ribben per wervel, eentje die naar de zijkant steekt en de rugspieren ondersteunt en een die zich om de lichaamsholte buigt. Volgens sommige zoölogen zouden deze ribben later gefuseerd zijn; de tweekoppige articulatie van de zoogdierrib met de wervelkolom zou daarvan nog een overblijfsel zijn.