Definities van Neologismen in de Ensie A
- aanbiddingszanger
- aanblijfpremie
- aanbodgedreven
- aanbodgestuurd
- aanbouwwet
- aandachtsjunk
- aandachtsminuten
- aandachtswijk
- aangiftehulp
- aankoopbelasting
- aankoopfraude
- aanlandplicht
- aanloopschaal
- aanmailbaar
- aanmeldcentrum
- aanmodderfakker
- aanraakgevoelig
- aanrechtsubsidie
- aanrijtijd
- aanschafbelasting
- aanvalshond
- aanwijsplaats
- aanwijsplek
- aanwonende
- aardappelcupcake
- aardappelgeweer
- aardappelkanon
- aardgasauto
- aardgasbus
- aardgaspomp
- aardgasrijden
- aardgasrotonde
- aardgastankinstallatie
- aardgastaxi
- aardgasvulstation
- aarsgewei
- aasgierfonds
- abb
- abortusboot
- abortusschip
- abortustoerist
- abri
- academieassistent
- acceptatiestop
- acceptatietoespraak
- accordeonfile
- accordeonhypotheek
- accudag
- achtbaancursus
- achterhoedeschool
- achterstandsleerling
- achterstandsscholier
- add-on
- ADHD-klas
- adob
- adoniscomplex
- adopteerkerstboom
- adoptieagent
- adoptiebemiddelaar
- adoptieboom
- adoptiekerstboom
- adoptiekip
- adoptieklas
- adoptiekoe
- adoptietoerisme
- adviesethiek
- advieswinkel
- adware
- aed
- aerobatics
- aerobatiek
- afdekcultuur
- affluenza
- aflossingsfonds
- afluistercamera
- AFM
- afroomkassa
- afschermplicht
- afslankpil
- afslankvakantie
- afspiegelingscoalitie
- afspiegelingsregering
- afstandsangst
- afstudeerhotel
- aftelstoplicht
- afterclub
- aftikken
- afvaltoerist
- afvinkcultuur
- afwijsfabriek
- agecoin
- agendahedonist
- agendaseks
- agflatie
- agile
- agressiecoach
- agressieharnas
- agressiespoorlijn
- agressietraining
- agropark