Mythologische Encyclopedie

Dr. A. van Anken (1961)

Gepubliceerd op 08-04-2020

PEGASUS

betekenis & definitie

(Gr. Pegasos), het gevleugelde Paard van Troje door Poseidon verwekt bij Medusa.

Toen Perseus Medusa onthoofdde, sprong Pegasus uit de romp te voorschijn en steeg op naar de hemel, waar hij het paard van Zeus werd. De hoefslag van Pegasus deed op de Helicon de bron Hippocrene ontspringen. Toen het dier eens dronk uit de bron Pirene op de Acrocorinth, de burcht van Corinthe, werd het door Bellerophon gevangen. V.a. werd Pegasus hem door de goden geschonken, voor zijn strijd met de Chimaera. Na het bedwingen van het monster wilde Bellerophon op de Pegasus opstijgen naar de hemel, Het paard wierp hem echter af en vervolgde zijn weg. Het kreeg een plaats onder de sterren (Ov. IV,786; V,256 e.v.).ICONOGRAFIE De Pegasus komt vooral voor op vele munten van Corinthe, Corcyra, Syracuse e.a. Een terracottareliëf uit Melos vertoont Bellerophon met Pegasus in gevecht met de Chimaera. Op een Romeins reliëf ziet men Bellerophon die Pegasus laat drinken bij een bron. Gewoonlijk is het paard gevleugeld voorgesteld, een enkele maal zonder vleugels, bijv. op een der metopen van tempel C te Selinus (begin 6de eeuw v.C.): Medusa, die door Perscus onthoofd wordt, houdt met de rechterarm Pegasus omvat.

Zie Poseidon, Medusa, Perseus, Helicon, Hippocrene, Bellerophon, Chimaera