Mythologische Encyclopedie

Dr. A. van Anken (1961)

Gepubliceerd op 08-04-2020

MARS

betekenis & definitie

Italische krijgsgod, van oudsher te Rome op de Capitolinus (zie Capitool) vereerd tezamen met Iupiter en Quirinus. Ca. 510 v.C. werd deze Capitolijnse trias vervangen door Iupiter, luno en Minerva, doch Mars bleef sindsdien een der meest vereerde goden van Rome.

De maand maart was aan hem gewijd. Oorspronkelijk werd hij aangeroepen als god van de lente en van de ontluikende natuur en het feest der Ambarvalia (= tocht rondom de akkers), dat later de vruchtbaarheidsgodin Dea Dia gold, werd aanvankelijk ter ere van Mars gevierd; later krijgt hij steeds meer het karakter van de krijgsgod. Zijn priesters waren de Salii (= springers), een zeer oud priestercollege, dat zijn naam ontleende aan de ‘springprocessie’ waarmede zij door Rome trokken, en waarbij het Carmen Saliare gezongen werd, een lied waarvan de tekst zelfs in de oudheid niet meer werd begrepen. Het exercitieterrein in de Tiberbocht te Rome, heette naar hem Campus Martius (Marsveld). Daar offerden de censoren het plechtige offer (lustrum) hem ter ere. Als krijgsgod werd hij geheel vereenzelvigd met de Griekse Ares en als zodanig beschouwde men Venus als zijn gemalin. Te Rome bewaarde men in de Regia op het Forum de ‘hastae Martiae’ (lansen van Mars). Als deze lansen ‘bewogen’ gold dit als een belangwekkend voorteken van dreigende oorlog. De ten strijde trekkende veldheer moest ook deze lansen in beweging brengen met de woorden; ‘Mars vigila’ (Mars ontwaak). Als Mars Gradivus, de in de strijd ‘voortschrijdende’ ging hij Romes legers voor naar de overwinning.

Hij gold als de vader van Romulus en Remus (Verg. I, 274), en vandaar beschouwde men hem als vader van het gehele Romeinse volk. De wolf en de specht waren aan hem gewijd en tot zijn gevolg behoren Fuga en Timor, de personificaties van de vlucht en de vrees. Onder de tempels die te Rome aan hem gewijd waren is de bekendste de tempel van Mars Ultor (= de wreker) op het Forum van Augustus.Zie Iupiter, Quirinus, Iuno, Minerva, Ambarvalia, Dea Dia, Ares, Venus, Romulus, Remus