Zeemonster, dochter van Poséidon en Gaea. Driemaal daags zwolg zij zeewater met passerende schepen en al op, om het daarna weer uit te spuwen.
Haar hol werd gelokaliseerd bij de straat van Messina. Tegenover Charybdis huisde Scylla, een niet minder gevaarlijk gedrocht. O.a. Odysseus doorstond kritieke momenten toen zijn schip tussen Scylla en Charybdis doorvoer (Hom. Od. XII, 101 e.v.,235 e.v.,428 e.v.); ook Aeneas had ervaring van de monsters (Verg. Hl, 420)Zie Poseidon, Gaea, Scylla, Odysseus