zinspelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: zin-spe-len
1. niet openlijk, maar in bedekte termen aanduiden
♢ hij zinspeelde erop dat hij zou vertrekken
Regelmatig werkwoord: zin-spe-len
ik zinspeel
jij/u zinspeelt
hij/zij zinspeelt
wij/zij/jullie zinspelen
ik/jij/u/hij/zij zinspeelde
wij/zij/jullie zinspeelden
hij heeft gezinspeeld
zinspelend, zinspelende
Synoniemen
doelen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk