Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

erop

betekenis & definitie

erop - voornaamwoordelijk bijwoord
uitspraak: er-op

1. op wat je noemt of bedoelt
♢ het ijs is sterk; je kunt erop lopen
1. met alles erop en eraan
[met alles wat erbij hoort]
2. erop komen
[het zich herinneren]
3. erop stáán
[het eisen]
4. het zit erop
[het is klaar]
5. het is erop of eronder
[vanaf dit punt kun je alleen winnen of verliezen]

Voornaamwoordelijk bijwoord: er-op