Wat is de betekenis van zinspelen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zinspelen

zinspelen - Werkwoord 1. (inerg) ~ op op minder duidelijke wijze naar iets refereren Hij zinspeelde op mogelijke strafmaatregelen. Woordherkomst samenstelling van zin en spelen Synoniemen laten doorschemeren

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zinspelen

zinspelen - regelmatig werkwoord uitspraak: zin-spe-len 1. niet openlijk, maar in bedekte termen aanduiden ♢ hij zinspeelde erop dat hij zou vertrekken Regelmatig werkwoord: zin-spe-len ik zinspeel ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zinspelen

v.;op, doele op.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zinspelen

(zinspeelde, heeft gezinspeeld), sprekende of schrijvende op iets of iem. doelen zonder het of hem met name te noemen, bedektelijk aanduiden of te kennen geven: op iets, op iem. zinspelen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zinspelen

zinspeelde, h. gezinspeeld (op iets doelen, bedektelijk aanduiden of te kennen geven): hij zinspeelde op uw geringe afkomst.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zinspelen

('zin) (zinspeelde, heeft gezinspeeld) bedektelijk doelen, wijzen, schimpen: hij was aan ’t op Piets studentenjaren; hij zinspeelde erop dat N. wel een vinger in het spel zou kunnen hebben.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zinspelen

(zinspeelde, heeft gezinspeeld), in bedekte termen aanduiden of te kennen geven.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZINSPELEN

ZINSPELEN, (zinspeelde, heeft gezinspeeld), sprekende of schrijvende (op iets of iem.) doelen, iets bedektelijk aanduiden of te kennen geven : op iets, op iem. zinspelen. ZINSPELING, v. (-en), allusie.