zinspelen
zinspelen - Werkwoord 1. (inerg) ~ op op minder duidelijke wijze naar iets refereren ♢ Hij zinspeelde op mogelijke strafmaatregelen. Woordherkomst samenstelling van zin en spelen Synoniemen laten doorschemeren
Wiktionary (2019)
zinspelen - Werkwoord 1. (inerg) ~ op op minder duidelijke wijze naar iets refereren ♢ Hij zinspeelde op mogelijke strafmaatregelen. Woordherkomst samenstelling van zin en spelen Synoniemen laten doorschemeren
Muiswerk Educatief (2017)
zinspelen - regelmatig werkwoord uitspraak: zin-spe-len 1. niet openlijk, maar in bedekte termen aanduiden ♢ hij zinspeelde erop dat hij zou vertrekken Regelmatig werkwoord: zin-spe-len ik zinspeel ...
Van Dale Uitgevers (1950)
(zinspeelde, heeft gezinspeeld), sprekende of schrijvende op iets of iem. doelen zonder het of hem met name te noemen, bedektelijk aanduiden of te kennen geven: op iets, op iem. zinspelen.
M. J. Koenen's (1937)
zinspeelde, h. gezinspeeld (op iets doelen, bedektelijk aanduiden of te kennen geven): hij zinspeelde op uw geringe afkomst.
Jozef Verschueren (1930)
('zin) (zinspeelde, heeft gezinspeeld) bedektelijk doelen, wijzen, schimpen: hij was aan ’t op Piets studentenjaren; hij zinspeelde erop dat N. wel een vinger in het spel zou kunnen hebben.
J.H. van Dale (1898)
ZINSPELEN, (zinspeelde, heeft gezinspeeld), sprekende of schrijvende (op iets of iem.) doelen, iets bedektelijk aanduiden of te kennen geven : op iets, op iem. zinspelen. ZINSPELING, v. (-en), allusie.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: