ziek - bijvoeglijk naamwoord
1. je naar voelen omdat er iets met je lichaam niet in orde is
♢ hij ligt in bed, hij is ziek
1. zo ziek als een hond
[erg ziek]
2. ik word er ziek van
[ik heb er schoon genoeg van]
3. je ziek lachen
[heel erg lachen]
4. altijd ziek of onderweg zijn
[altijd iets mankeren]
2. misselijk makend
♢ wat een zieke sfeer heerste daar!
Bijvoeglijk naamwoord: ziek
... is zieker dan ...
het ziekst
de/het zieke ...
iets zieks
Synoniemen
beroerd
Tegenstellingen
gezond, goed
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk