zaniken - regelmatig werkwoord
uitspraak: za-ni-ken
1. er op een vervelende manier telkens weer over praten of om vragen
♢ ze zanikt de hele dag om snoep
Regelmatig werkwoord: za-ni-ken
ik zanik
jij/u zanikt
hij/zij zanikt
wij/zij/jullie zaniken
ik/jij/u/hij/zij zanikte
wij/zij/jullie zanikten
hij heeft gezanikt
zanikend, zanikende
Synoniemen
emmeren, knerpen, ouwehoeren, zeuren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk