windsurfen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wind-sur-fen
1. staande op een plank met zeil op de golven zeilen
♢ de Costa Calma is een prima plek voor windsurfen
Regelmatig werkwoord: wind-sur-fen
ik windsurf
jij/u windsurft
hij/zij windsurft
wij/zij/jullie windsurfen
ik/jij/u/hij/zij windsurfte
wij/zij/jullie windsurften
hij heeft gewindsurft
windsurfend, windsurfende
Gepubliceerd op 14-11-2017
windsurfen
betekenis & definitie