Werkwoorden vervoegen
windsurfen
Tegenwoordige tijd windsurfen
Ik windsurf
Jij windsurft
windsurf jij?
U windsurft
Hij/Zij/Het windsurft
Wij windsurfen
Jullie windsurfen
Zij windsurfen
Verleden tijd van windsurfen
Ik windsurfde
Jij/U windsurfde
Hij/Zij/Het windsurfde
Wij windsurfden
Jullie windsurfden
Zij windsurfden
Voltooid deelwoord van windsurfen
gewindsurft
Tegenwoordig deelwoord van windsurfen
windsurfend