wijken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: wij-ken
1. uit de weg gaan, opzij gaan
♢ de vijand moest wijken voor ons leger
2. schuin naar achteren staan
♢ de muur wijkt een beetje
Onregelmatig werkwoord: wij-ken
ik wijk
jij/u wijkt
hij/zij wijkt
wij/zij/jullie wijken
ik/jij/u/hij/zij week
wij/zij/jullie weken
hij is geweken
de/het/een geweken ....
wijkend, wijkende
Gepubliceerd op 14-11-2017
wijken
betekenis & definitie