werkbaar - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: werk-baar
1. waarin gewerkt kan worden
♢ ondanks de vorst is het weer vandaag wel werkbaar
2. waarmee te werken is
♢ deze werkverdeling is goed werkbaar voor ons
Bijvoeglijk naamwoord: werk-baar
... is werkbaarder dan ...
het werkbaarst
de/het werkbare ...
iets werkbaars
Synoniemen
bruikbaar
Gepubliceerd op 14-11-2017
werkbaar
betekenis & definitie