wegvallen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: weg-val-len
1. niet meer hoorbaar zijn
♢ haar stem valt ineens weg
2. niet meer zichtbaar zijn
♢ kijk, hier onderaan is een regel weggevallen
Onregelmatig werkwoord: weg-val-len
ik val weg (... ik wegval)
jij/u valt weg (... jij wegvalt)
hij/zij valt weg (... hij wegvalt)
wij/zij/jullie vallen weg (... wij wegvallen)
ik/jij/u/hij/zij viel weg (... ik wegviel)
wij/zij/jullie vielen weg (... wij wegvielen)
hij is weggevallen
de/het/een weggevallen ....
wegvallend, wegvallende
Gepubliceerd op 14-11-2017
wegvallen
betekenis & definitie