vluchten - regelmatig werkwoord
uitspraak: vluch-ten
1. snel weggaan om te ontkomen
♢ deze mensen zijn gevlucht voor de oorlog
Regelmatig werkwoord: vluch-ten
ik vlucht
jij/u vlucht
hij/zij vlucht
wij/zij/jullie vluchten
ik/jij/u/hij/zij vluchtte
wij/zij/jullie vluchtten
hij is gevlucht
de/het/een gevluchte ....
vluchtend, vluchtende
Gepubliceerd op 14-11-2017
vluchten
betekenis & definitie