Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

vlucht

betekenis & definitie

vlucht - zelfstandig naamwoord

1. het snel weggaan om ergens aan te ontkomen
hij vertelde over zijn vlucht uit Irak
1. op de vlucht slaan
[wegvluchten]
2. het met vleugels door de lucht voortbewegen
♢ tijdens hun vlucht naar het zuiden zijn veel vogels verongelukt
1. een hoge vlucht nemen
[zich goed ontwikkelen]
3. met een vliegtuig ergens heen gaan
♢ de volgende vlucht naar Engeland is over een uur
4. groep vogels die samen vliegen
♢ we zagen een vlucht regenwulpen overkomen

Zelfstandig naamwoord: vlucht
de vlucht
de vluchten